Met Ruth op weg naar Pasen

In deze corona crises heb ik gekozen voor het troostboek bij uitstek, Ruth. De zonnestralen raken haar wangen, maar ze voelt het niet. Naomi loopt met haar schoondochter Ruth door de bergen, op weg naar Bethlehem. Tien jaar geleden kwam ze hier met haar man Elimelech en hun twee zoons, Machlon en Chiljen, en nu? Eenzaam is ze geworden en verbitterd. Ze ziet de schoonheid van de velden niet. Van de verwachtingen die ze tien jaar geleden had is weinig terecht gekomen. Toen had ze haar man nog, Elimelech, zijn naam betekent: God is koning. God heeft zijn en haar leven weinig koninklijk gemaakt. Ze woonden nog niet zo lang in Moab, toen Elimelech ziek werd en stierf. Maar toen had ze haar twee zoons nog. Machlon en Chiljon zijn net als hun vader gestorven. Ze hadden nog wel de tijd gekregen om te trouwen. Twee jonge weduwes lieten ze achter.
Wat gaat er door het hoofd van Naomi? Haar naam betekent: de lieflijke. Maar lieflijk is zij niet op dit moment. Zij is in zichzelf gekeerd. Wat is er terecht gekomen van Naomi’s dromen? Hoe ga je ermee om wanneer het leven zo hard is. Heeft God hier een bedoeling mee? Het zijn menselijk vragen, maar we komen er geen steek verder mee. God lijkt de grote Afwezige. Het leven gaat door. Er valt weinig te kiezen. Je pakt jezelf bij de kladden en gaat op pad, een nieuwe dag in, een dag zonder hoop, een dag zonder dromen. Naomi verlaat de plaats des onheils, maar neemt haar verdriet mee.
De ene schoondochter die met haar meegaat heet Orpa, dat betekent ‘degene die de rug toekeert’. Zij kiest ervoor te blijven. Zij maakt de goede keus, zoals haar schoonmoeder zegt. De naam van de andere is Ruth, dat betekent ‘vriendschap’. Zij gaat mee. Soms worden er engelen op ons pad gegeven. Ruth is zo’n engel op het levenspad van Naomi. Zij is ook getekend. Zij heeft al jong haar man verloren. Ruth laat Naomi niet alleen. Inmiddels zijn ze samen in Bethlehem aangekomen, Naomi en Ruth. Bethlehem maakt zijn naam weer waar: broodhuis. Zwoegend is men bezig voor de oogst. Het geluid van de seizen en sikkels klinkt als muziek in de oren.
De terugkeer van Naomi gaat als een lopend vuurtje door het dorp. De vrouwen zeggen: Is dat Naomi? Ze bedoelen eigenlijk te zeggen: ‘Waar is die prachtige jonge vrouw gebleven, de zorgen en het verdriet staan op haar gezicht af te lezen’. De vrouwen komen enthousiast op haar af. Misschien heeft ze toen vinnig gezegd: ‘Noem mij geen Naomi meer. Noem mij voortaan alsjeblieft Mara, want de Heer heeft mij veel bitterheid aangedaan’.
Ruth 1 : 21 ‘Toen ik hier wegging had ik alles, maar de HEER heeft mij met lege handen laten terugkomen. Waarom mij nog Naomi noemen, nu de HEER zich tegen mij heeft gekeerd, nu de Ontzagwekkende me kwaad heeft gedaan?’
Naomi doet haar beklag en God krijgt voluit de schuld. Ruth zegt niets, hoewel zij er alle reden toe heeft: ‘Schoonmoeder, ik ben toch bij je. Ik ben toch met je gegaan?’ Eindigt het verhaal zo? Een klacht aan God, dat hij ontrouw is? De schrijver voegt nog twee zinnen aan het verhaal toe.
Ruth 1:22 Zo kwamen ze samen terug uit Moab, Naomi en haar schoondochter Ruth, de Moabitische. Ze kwamen in Bethlehem aan bij het begin van de gersteoogst.
Deze twee zinnen vormen de sleutel tot dit verhaal, waar het gaat over Ruth en de gersteoogst. De schrijver grijpt vooruit op wat er gaat komen. Ruth zal een belangrijke rol gaan spelen. Gersteoogst, dat is Pasen, feest van de oogst, feest van leven uit de dood, van licht in de nacht, feest van en-toch-toekomst. Want in de bijbel wil het nooit helemaal hopeloos worden met de mensen omdat het altijd weer Pasen wordt.
Ds. Aafke Nicolai, Stavoren en Hindeloopen.